Jaap van de Slunt
Het was 1972 ik was 15 jaar.
Mijn broer was dat jaar overleden en zijn vrienden Willem Freriks, Teun Schotpoort en Henk Plant ontfermden zich over mij.
En zo kwam de vraag van hun om mee te doen aan een drijfjacht. Anders ging mijn broer mee en nu mocht ik zijn taak overnemen.
Het was zo’n koude dag. Die morgen had het flink gevroren en iedereen had zich dik aangekleed.
’s Morgens eerst melden voor de koffie. Het was nog donker. Ik voelde me als 15 jarige heel stoer tussen al die mannen. Stoere verhalen die begonnen al bij de koffie. Daarna de platte wagen op om naar het perceel wat aan de beurt was te worden gebracht. Voor mij was het allemaal nieuw en heel spannend. Geen flauw idee wat er ging gebeuren. Al snel werd ik bijgepraat en bang gemaakt door Teun en Willem. Teun pakte zijn jachthoorn om de drift aan te blazen! Het ging beginnen. Om mij heen hoorde ik de kreten van de mannen. Prrr, hup hup en snel hoorde ik de schoten van de jagers aan de andere kant van het perceel. Dwars door de natte dennen dichte struiken. Niets voor watjes.
Tussen de middag had de vrouw van de eigenaar van het bos een flinke pan met goed gevulde soep gemaakt. Er waren broodjes en uiteraard ook de jajem die niet mocht ontbreken.
Er werd al even gekeken naar hoeveel er uit de populatie was gehaald en er werden al herten ontwijdt en opgehangen. Daarna ging het ’s middags uiteraard weer verder. Een vermoeiend maar zeker interessant gebeuren voor mij. Tot eindelijk na een aantal driften het einde drift klonk en we naar de verzamelplaats terug gingen.
Daar werd het tableau gelegd op de juiste manier volgen de etiquette. Een mooi vierkant gelegd van dennen taken en fakkels op alle hoeken. Aan een aantal jagers werd de breuk ovehandigd.
Teun en Willem pakten hun jachthoorn en bliezen vervolgens alle wild dood.
Het geluid pakte mij meteen… De stilte werd doorklieft door de prachtige jachthoornklanken…..Ik had kippenvel over mijn hele lijf. Prachtig vond ik het. Dat wilde ik ook… Toen we weer terug kwamen bij de jagermeester en de er een flinke pan snert op tafel kwam en ook wel wat jajem moest ik het meteen proberen. Het lukte ook al aardig. We kregen allemaal drie zilveren rijksdaalders als dank. Als het goed is heb ik die nog steeds ergens in een kistje zitten. De rest is geschiedenis. Ik was begonnen met jachthoornblazen. Eerst van de ene groep naar de andere groep samen met Teun en Willem. Tot we het idee kregen om zelf een groep op te richten. We waren allen nog jong en het reizen van de ene naar de andere groep gaf Willem het idee om de groep De Overlopers ten noemen. Nu 50 jaar geleden. Met mooie herinneringen aan Teun en Willem en alle avonturen die we samen hebben beleeft.